
Hallo lieffie,
Ik ben in ons huis.
“Ja, dat weet ik”.
Hé, daar ben je. Ik ben aan het inpakken geweest.
Alles zit nu in dozen en in bubbeltjesplastic. Het was weer een flinke klus. Wat een spullen heeft een mens toch.
Het is altijd meer dan je denkt. Als ik ooit besluit om in een tiny house te gaan wonen zal het er eentje moeten zijn met drie verdiepingen en twee kelders. Hoe doen die mensen dat? Hebben die stiekum ergens een opslagbox bij Shureguard?
“Je hebt weer veel weggegooid en weggedaan zeker?”
Ja, je kent me hè. Geen ballast in het leven. Ik weet dat je er altijd een grapje over maakte. Je zei dan dat je wel op mocht passen dat ik jou na een jaar ongebruikt ook weg zou doen. Je wist wel beter. Jou zou ik nooit weg doen. Zelfs niet nu.
Ik heb dingen weggegooid, maar belangrijker is dat ik met dingen andere blij heb kunnen maken. Om een herinnering achter te laten of een gebaar van dank wilde maken. Dank voor wat er voor ons gedaan is.
Het valt me zwaar deze verhuizing. Het is anders, de reden is anders. Dingen zijn nieuw, dingen zijn mooi, dingen zijn klaar. Ik kijk ernaar en zie het, maar het is anders.
Het huis in Spanje is leeg. Letterlijk leeg. De ziel is er uit. Die van jou en die van mij. Het is nu de stapel stenen. Een stapel stenen die over iets minder dan twee maanden nieuwe bewoners krijgt. Het is goed zo. Jij bent hier gekomen en dat is voor mij alles wat telt. Het houd me soms bezig. Het intrigeert me hoe dingen zijn verlopen in de jaren voor ons vertrek. Verlopen met als doel dat ene mogelijk te maken. Mogelijk te maken dat jij die ene zo diepgewortelde wens werkelijkheid kon laten worden. Emigreren naar Spanje.
Ik kijk naar dingen hier in het huis. Kleine dingen en grote dingen. Herinneringen. Mooie en pijnlijke. Het is goed zo. Dinsdag komt de verhuiswagen en woensdag vlieg ik terug naar Barendrecht. Naar Nederland. Naar mijn nieuwe toekomst. In april kom ik nog één keer kort terug.
Het is vreemd om afscheid te nemen van de mensen hier. Er is veel gebeurd en daardoor zijn diepe intense banden ontstaan. We hebben met elkaar drie hele intense jaren meegemaakt. Dat loslaten doet pijn. Ook de juiste weloverwogen keuzes kunnen behoorlijk zeer doen soms.
Morgenochtend ga ik een lange wandeling maken. Naar Montserrat. Nog een keer het uitzicht in me opnemen. Nog één keer lopen waar wij liepen. Liepen door het landschap waar je verliefd op was.
Maar ik kom hier terug. Op een dag. En sowieso komen we hier samen terug. Jij en ik. Samen op de berg. Maar daar zal een ander dan over moeten bloggen.
“Wat heeft dit nou met tweeënzestig te maken?”
O ja, bijna vergeten joh. Je zit in doos tweeënzestig. Het voelt niet goed om je in het vliegtuig mee te nemen en door de douane. Ik zie daar tegenop. Dus je gaat mee in de vrachtauto. Lekker in het bubbeltjesplastic.
Reken maar dat doos tweeënzestig als eerste open gaat volgende week dinsdag.
“Hé lieffie, gaat iedereen nou niet onderaan deze blog weer medeleven en sterkte wensen of icoontjes met een traan zetten?”
Nee, dat denk ik niet. Die fase zijn we voorbij. We gaan nu alleen voor de toekomst en de kracht.
“Goed plan, lieffie.”