
Vleespet! Van het woord alleen al gaan je nekharen overeind staan. Niet die op je hoofd, want dat is nou juist hetgeen wat ontbreekt in dit geval.
Het is een jeugdtrauma van me. Nee, niet een trauma wat ik heb opgelopen tijdens mijn jeugd. Het is een trauma dat ik door jeugd heb opgelopen. Door iemand die een paar jaar (iets afgerond…) jonger en onbevangener is dan ik. Laten we hem voor het gemak Olivier noemen. Gewoon zomaar een naam. Gewoon om het verhaal te kunnen schrijven.
Ik werd al heel jong grijs. Ja, echt. De zijkanten van mijn weelderige krullende lokken werden al snel lichter. Gelukkig was er een verfje dat alleen die delen bijkleurde. Lang leve de chemische industrie.
Ergens rond mijn vijfenveertigste besloot ik mijn hoofd kaal te scheren. Eerst nog een tijdje met een mohawk en uiteindelijk helemaal glad. Was het nodig? Nee, niet echt. Ik vond het gewoon mooi.
“Lieffie?”
Ja, ventje.
“Dat is niet helemaal waar hè?”
Wat niet?
“Nou, dat het niet echt nodig was.”
Ik begrijp wat je bedoeld, maar dat doet niet zo terzake in dit verhaal.
“Nou, daar denk ik wel anders over.”
Okay, ik speel open kaart.
Klaas vroeg me op een dag wanneer ik mijn mohawk zou wegscheren. Hij vond het me goed staan, maar vroeg zich af waarom ik er voor koos om mijn haar juist daar te laten zitten waar het het dunst was. Auw! Soms doet eerlijkheid best pijn.
"Hahahahaha, dankjewel. Ik val bijna van mijn wolk."
Hij had wel gelijk.
Dus ook de mohawk verdween en ik ging geheel glad verder door het leven. Een rustig bestaan zonder rare dingen. Totdat één of andere onverlaat het nodig vond een liedje te schrijven met de titel “Sex Met Die Kale”. Sinds die tijd moet ik op een feestje bij de eerste klanken van dit muzikale hoogstandje dekking zoeken om te voorkomen dat de hele meute me over mijn bolletje gaat aaien en oneerbare voorstellen gaat doen.
Maar laten we terug gaan naar de fictieve persoon die we Olivier noemen.
Ik was de laatste maanden wat minder goed bezig met mijn uiterlijk. Soms op de rand van zwerver af volgens sommigen. Laten we voor het verhaal “sommigen” Finn noemen. Ook gewoon weer een geheel willekeurige naam.
Op een ochtend zit ik in mijn favoriete resort in Aarlanderveen aan mijn ontbijtje. Het is zondagmorgen. Ik geniet van de rust en het zonnetje. Olivier is ontwaakt uit zijn slaap en loopt de keuken binnen. Geheel uit het niets komt de vraag, “als jij je niet scheert, heb je dan zo’n vleespet?”.
De vraag galmt nog door de keuken en mijn hoofd als ik vol overgave “nee, natuurlijk niet”, zeg. Ik kon alleen maar hopen dat de overtuiging doorklonk in mijn iets te trage antwoord.
Er was een zaadje geplant voor een nieuw trauma. Het heb-ik-een-vleespet-leeftijd-bereikt trauma. Het schoot zo nu en dan door mijn gedachten, maar zonder verdere emotionele effecten.
Maar vanmorgen stond ik in mijn badkamer. Opeens hoorde ik de stem van Olivier luid en duidelijk. Ik keek in de spiegel, maar er was niemand. Voor ik het wist pakte ik uit de kast een spiegeltje en keek vanuit de grote spiegel naar wat er achter mij te zien was.
Een vleespet! Overduidelijk. Ik woon nu in een appartement, dus luidkeels gillen is geen optie meer. Ik kalmeerde een beetje en pakte de scheergel en scheermes. Dit gaan we oplossen.
Als ik voortaan niet om de dag mijn hoofd scheer is het onvermijdelijk. Dan zit er een petje van vlees op mijn hoofd. Een donkere rand van stoppeltjes rond een glad pleintje bovenop. No way! Dat gaat niet gebeuren. Vanaf nu om de twee dagen de Gillette Fusion eroverheen en weg ermee. Als ik straks zo oud ben als Hendrik Groen overweeg ik het wel opnieuw. Maar niet nu.
Gillette, the best a man can get. Hou toch op!