
Er komt een slager bij mij in het winkelcentrum. Wat een feest.
“Ga je nou echt een hele blog schrijven over je nieuwe slager waar je straks één keer komt?”
Nou, nee. Ik weet namelijk waar je op doelt. Een echte slager, een echte bakker, een echte groenteboer. Wat een luxe anno tweeduizenddrieëntwintig. Ik word er altijd blij van als er een heel arsenaal aan “echte” winkels in de buurt zit. Ik begin dan trouw en iets te blij en na een paar dagen komt de klad er alweer in en pleur ik alles weer als vanouds in mijn jumbokarretje. Gemakzucht. Nou is “echte” bakker tegenwoordig ook een ruim begrip. De meeste bakkers worden voor dag en dauw gewoon volgeduwd met producten van de lokale broodfabriek en die worden ambachtelijk aangevuld met diepgevroren afbakgedoe.
Toch een halve blog over de slager. Ik wijk ook altijd af en uit. Aard van het beestje.
Dat is de slager die zijn eigen vlees keurt.
Een oud gezegde. Er is ook een moderne variant voor iedereen die deze eeuw geboren is. “Wij van wc-eend…”
Het is natuurlijk nooit goed als de maker ook de keurmeester is, maar ik twijfel daar toch een beetje aan.
Ik neem je mee.
De afgelopen maanden heb ik behoorlijk wat verbouwd en ingericht. De reden is u allen wel bekend. Bij Ikea en Karwei ben ik vaste gast en ook Bol, Amazon en wat loslopende internetwinkeltjes vaarden er wel bij. Ik moet er wel bij zeggen dat het einde in zicht is. Dus verstandig om daar met inkoop, winstprognose en vacatures rekening mee te houden. Mijn pinpas gaat minder binnenbrengen.
“Zeg Perquin, waar gaan we in hemelsnaam naar toe met dit relaas?"
Ho, wacht. Dit was de inleiding. Het gaat namelijk over aankopen in het algemeen. En nog meer in het algemeen over stickertjes, plakkertjes en ander kleverig spul.
Op alles wat je koopt zit tegenwoordig een wagonlading aan stickers, waarschuwingen, reclame en prijsinformatie. Mijn Zweedse vrienden zijn daarbij koploper. We maken ons druk over statiegeldflesjes, microplastics en andere verspilling, maar niemand die hier iets aan doet. En dan is het niet eens de verspilling waar ik slapeloze nachten van heb.
Vraag: proberen die producenten en winkels ook wel eens zelf of die stickertjes er ook nog afkomen?
En dan bedoel ik niet in honderdduizend stukjes met afgesleten nagels tot gevolg. Nee, gewoon in één keer en zonder een plakkerige zooi achter te laten.Ik geef u alvast het antwoord: NEE!
Het is niet te doen en het lijkt steeds erger te worden. Als ik tegenwoordig iets koop neem ik gelijk een dag vrij om rustig (nou, rustig..) te gaan zitten pulken en krabben. In mijn berging staat een jerrycan met tien liter alcohol om de lijmresten weg te krijgen.
“Wat is de vraag nou eigenlijk?”
Ik wil een verplichte test met een Europees keurmerk. Iedere fabrikant moet voor ieder stickertje of plakkertje kunnen aantonen dat hij het onding er zelf in één keer af kreeg.
“En hoe zien we dat dan?”
Door er een stickertje op te plakken met een keurmerk natuurlijk!