
“Wat een ouderwetse foto, joh!” Ja lieffie, dat klopt.
Het gaat vandaag ook over iets heel ouds.
“Over mij?”
Nee, nog ouder.
“En bedankt”.
Bestaat dat eigenlijk nog? Doen we het nog? Of is het echt iets uit het zwart-wit verleden?
In de hoek gaan staan.
Grote mond, je eten niet op, je zus een schop onder tafel gegeven, grote mond tegen de meester. Het kon van alles zijn. Om af te koelen en over je acties na te denken moest je in de hoek gaan staan. Thuis en op school. Het was een universele strafvorm. Soms zelfs aangevuld met een puntmuts met in grote letters “EZEL” er op. Hoezo traumatiserend?
Nu terugkijkend is het toch een beetje middeleeuws en ridicuul, maar we wisten niet beter. Andere tijden.
Maar toch, ik ga het weer invoeren. Voor mijn buurvrouw van vierenvijftig. Huisnummer, niet haar leeftijd. Ze moet in de hoek en daar moet ze eens goed gaan nadenken over wie ze is en wat ze doet. Het zal haar best lukken. Mevrouw is namelijk coach. Ik had al zo’n vermoeden door haar manier van praten. Een eng soort coach. Ik kreeg erg jeuk en kriebels van mevrouw.
Een paar maanden geleden had mijn dozenmeneer een pakketje bij deze coachmevrouw afgegeven. Nietsvermoedend belde ik aan.
Wat volgde was een stortvloed aan verhalen en ongevraagde info over het pand, de bewoners, de energietransitie, het milieu en nog een hele zooi aan verbale diarree. Niet te stoppen. En allemaal op dat belerende toontje.
Ik stond er bij en ik keek er naar. Net als in het liedje.
Ze vond het nodig om me te vertellen dat de kleine appartementen op de begane grond bewoond worden door mensen die begeleid wonen. Vooral over hoe die mensen zich misdragen en overlast hebben bezorgd. Ze zei dat ze me gelijk even het nummer zou geven van het meldpunt als ik klachten had.
Toen vond ik het moment daar om haar even af te remmen. Ik hou niet zo van dit soort slangengedrag en stigmatisering. Ik moest haar niet, dat voelde ik wel.
En toen kwam het. De grande finale van de coachmusical.
Ze had gezien dat ik zo’n nieuwerwetse videodeurbel had hangen. Dat klopt. Er volgde een hele lezing over privacy en officiële instanties. Ik zal het samenvatten als bla-bla-bla. Ze zei er nog duidelijk bij dat het haar allemaal niets uitmaakt hoor, maar dat er door andere bewoners wel vragen over gesteld zouden kunnen worden tijdens een vergadering. Ik had het kunnen weten. En wist het ook gelijk. Eén ding is zeker, bij de eerstvolgende vergadering was ik er bij.
Ze had een punt. Mijn deurbel filmt de openbare ruimte bij beweging en slaat die beelden op. Dat mag niet. Ik ken de wetgeving namelijk ook. Dat zei ik nog, maar dat ging verloren in haar betoog.
Ik woon ik een hoek aan het eind van een galerij. Er komt dus niemand voorbij. Alleen drie keer per dag de bovenburen met de hondjes. Hele leuke mensen. “Nee joh, geen probleem mee. Die dingen hangen overal”.
Thuisgekomen heb ik de instellingen veranderd. Nu registreert hij beweging en geeft een melding op mijn telefoon. Alleen bij aanbellen kan ik besluiten te kijken wie het is en dan zonder de beelden op te slaan.
“Goed gedaan lieffie. Iedereen blij”.
Ja, dat dacht ik ook. Ik had het verhaal even kort beschreven en uitgelegd hoe de slimme, inmiddels super domme, deurbel nu functioneert en dat op mijn deur geplakt. Een ruime week lang konden de enorme rijen voorbijgangers van mijn voordeur kennis hier van nemen.
“Weer goed gedaan lieffie. Weer iedereen blij”.
Ja, dat dacht ik ook. Hoe naïef.
Afgelopen dinsdagavond. Vergadering van de eigenaren. Tegen beter weten in ging ik er naar toe. Ik had beter moeten weten. Altijd weer een paar van die mensen-met-veel-te-veel-vrije-tijd-en-niets-anders-te-doen-dan-overal-op-letten-en-over-alles-zeiken. Maakt niet uit wat. Ze hebben er een mening over en die moet tot iedereen doordringen. Heel vermoeiend. Ze zijn ook vaak expert of universitair afgestudeerd op het onderwerp. Tenminste, die indruk wekken ze graag.
En ja hoor. Buurvrouw vierenvijftig stond op. We waren amper neergedaald op onze plastic stoelen met een kopje koffie uit de Bravilor. Waarschijnlijk geleend van de plaatselijke uitvaartverzorger. Niet te zuipen.
Ze had verschillende punten.
En toen kwam het.
“Er zijn sommige bewoners die een videodeurbel hebben. Dat mag niet. Ik heb de officiële autoriteiten benaderd en die zeggen dat ik coachmevrouwtje het juist heb”.
Ik liet haar even uitrazen. Toen vroeg ik rustig het woord en vroeg haar waarom ze niet het fatsoen had gewoon te zeggen dat het om mij en mijn onderbuurjongen gaat. Onderbuurman zat naast me en woont voor het eerst op zichzelf en was volledig overdonderend. Gelukkig had ik hem na mijn eerste ontmoeting met coachmevrouwtje op de hoogte gebracht. Ze was namelijk van plan ook even bij hem langs te gaan. De draak.
Het werd een discussie. Ik vertelde haar ter plekke dat haar manier van aanpak onnodig en ongepast was. Kon ze niet gewoon even bij me aanbellen? En als ze dan zo vaak langs mijn deur komt, waarom heeft ze dan mijn briefje niet gezien? “Ik kom daar ook bijna niet”.
Wat zegt ze nou?
Conclusie. Vastgelegd in de vandaag ontvangen notulen van dit circus.
De voorzitter stelt vast dat de deurbel niets opneemt. Maar ik moet wel aan aanvraag doen of ik iets aan de buitenkant van mijn appartement mag ophangen.
Even voor de duidelijkheid? Dus ik moet goedkeuring hebben voor een deurbel die op de plek van een deurbel hangt? Hoort u zelf wat u zegt?
Nee, ik vraag geen goedkeuring en onderbuurjongen ook niet. Ik wil uitleg hebben over deze bizarre situatie die door de lompe actie van mijn coachmevrouwtje is ontstaan.
Het hele pand hangt vol met schilderijen, naamborden, spreuken en andere gezellige ongein en wij moeten goedkeuring vragen aan de andere bewoners voor het ophangen van een deurbel op de plaats van een deurbel.
Ga nou toch even helemaal weg. Onder geen voorwaarde. Kinderachtig? Ja, jammer genoeg wel.
Wordt vervolgd. Geen ontkomen aan…