
Het is een rare dag. Een dag waar ik al weken tegenop zie. Maar het is zover. Vandaag is die dag en ik zal eraan moeten geloven.
Moederdag.
“Is dat zo erg, joh?”
Nee normaal gesproken niet. Dus enige nuance is wel op zijn plaats hier. Het is namelijk toevallig dat deze gevreesde dag samenvalt met Moederdag. Daar kan mijn moeder niets aan doen. Gedeeltelijk.
Ik was aan het inpakken in Spanje. Wat gaat mee en wat blijft achter. Ik hou niet van ballast in het leven, dus alles wat ik niet nodig heb of gebruik gaat weg. Klaas kon er smakelijk om lachen als ik een maand later iets kocht wat ik “heel hard nodig” had.
“Zoiets hadden we toch al?”, vroeg hij dan achteloos.
No comment.
Tijdens het inpakken gaat de telefoon. Het schermpje zegt dat mijn moeder belt. Ik neem op.
“Hi lieverd, met mij. Heb jij dat boodschappenkarretje nog?”
Die had ik. Hij stond klaar voor de nieuwe bewoners.
“Mag ik die overnemen?” Nee, overnemen niet, krijgen wel.
“Ik zet hem apart en neem hem voor je mee naar Nederland”. Moeder blij.
Tot zover niets aan de hand. Ik zette het oude-van-dagen-karretje bij de rest van de dozen. Nooit meer aan gedacht. Totdat mijn moeder me een keer opbelt in Barendrecht en vraagt of ik het karretje nog heb.
Op dat moment stokt mijn adem en ik trek een beetje wit weg. Opeens komt het binnen. Wat stom van me. Dat karretje. Barendrecht. Moeder. Apeldoorn. Tram. Trein. Image!
Ik besef me dat meenemen in de tram en trein de enige manier om dat ding bij mijn moeder te krijgen. Tweehonderd kilometer als Hendrik Groen over de straat.
“Hé, dat is mijn bijnaam!”
O, ja. Sorry lieffie.
Gisteren ben ik al begonnen met het uitzoeken van de juiste outfit. Nee, niet voor mijn moeder, voor de juiste aanvulling. Van nature ben ik gelukkig gezegend met een woest aantrekkelijke stoere mannelijke uitstraling. Maar enige uiterlijke versterking kan geen kwaad in dit geval.
Vanmorgen was het zover. De wekker ging. Het gaat beginnen. Even een mindfulnessje om rustig te worden en dan de douche in. Niet scheren, een baard maakt me mannelijker. Ik ben scherp.
Ik bibber wel een beetje merk ik.
Aankleden. Karretje goed stevig vast. Norse blik. Schouders recht en hoofd recht. Ik kan dit!
De eerste stappen waren moeilijk. Ik voelde de drang om terug te gaan. Maar nee, ik ga door. Alles voor Moederdag.