
Het is een bijzondere dag. Een bijzonder mooie dag. Een dag met een enorme overwinning.
“Je bedoeld Feyenoord?”
Nee, dat is ook mooi natuurlijk (als je van dat kluppie bent, anders juist niet), maar dat is het niet.
“Mia en Dion?”
Dat is inderdaad een overwinning. Niet dat ze gewonnen hebben, ze zijn stilletjes door de achterdeur weggeslopen. Het was wel een overwinning dat ze überhaupt daar op dat podium stonden. Verder niet meer dan twee onervaren gedesillusioneerde artiesten met een flinke deuk in hun curriculum vitae. Ze komen er wel overheen. Nederland ook.
Ik koop veel.
“Te veel.”
Hi lieffie, ik dacht al dat je zou reageren op die zin.
Je hebt gelijk. Ik koop (te) veel. Maar ik heb blijkbaar veel nodig. Iets met emigreren en remigreren. Dan heb je veel nodig. Dat is mijn verweer.
“Zoals altijd discutabel, maar als het kan is het mij om het even.”
I know. Je kent me. Ik bewaar nog steeds de bonnetjes of koop online. Dus er gaat ook veel retour.
“Alles bij elkaar kost het nog steeds veel, lieffie.”
Maar er is nieuws. Groot nieuws. Het verbouwen en inrichten is klaar. Morgen nog even een dagje soppen en zuigen en dat was het. Ik ben gesetteld in Barendrecht.
Het is volbracht. Het klinkt bijna bijbels.
“Ben je er blij mee, lieffie?”
Ja, ik ben er heel blij mee. Het is een fijn huis op een hele fijne plek. Onder de omstandigheden ben ik er blij mee. Ik zou alleen nog blijer zijn als…
“Dat weet ik. Maar dat gaat niet. Geloof me, ik ben dichtbij. Altijd. Maar wat is nou de overwinning?”
O ja, bijna vergeten!
Ik ben vanmiddag naar Ikea geweest. Ik heb een kandelaar teruggebracht. Drieëntwintig euro negenennegentig bespaard. Naar de klantenservice en daarna direct weer naar buiten. Geen appeltaart, geen koffie, geen balletjes. Geen mandje vol spullen. Nee, gewoon direct weer naar buiten met een lege blauwe Frakta.
Een overwinning! Het is zo ver. Ik heb niets meer nodig.
“Roep nou niet te snel. Ik ken je. Over een uur heb je weer een terugval.”
Te laat. Het is al wereldkundig.